psychotherapie
|
Mijn eigen invalshoek is psychodynamisch (Freudiaans- Lacaniaans). De psychoanalyse spreekt mij
bijzonder aan gezien het grondig rekening houdt met de geschiedenis van het subject en het onbewuste.
Psychoanalytische psychotherapie/psychoanalyse is geen directieve therapie. Pasklare antwoorden
worden er niet gegeven. De psychotherapeut ondersteunt het spreken van de cliënt
door actief te luisteren, vragen te stellen, hypothesen te formuleren en
interpretaties af te toetsen. Er wordt een opening gecreëerd om het geheel
vanuit een ander perspectief te benaderen. Onderliggende dynamieken worden duidelijker. Belangrijk hierbij
is het respect voor de tijd (uw ritme)
en het zijn (geen oordeel). Het particulier verlangen van ieder subject staat hierbij centraal.
De psychoanalyse beoogt niet alleen het verminderen van symptomen, maar streeft eveneens naar het verminderen van de
kwetsbaarheid en het vergroten van de psychische kracht via inzicht in zichzelf en in het functioneren.
Effecten van een goede therapie zijn merkbaar op het vlak van sociaal functioneren, levenskwaliteit en de vermindering van
vatbaarheid voor herval.
Binnen de psychoanalyse ligt de focus op bewuste en onbewuste aspecten binnen je geschiedenis. Deze aspecten hebben
invloed op de actuele relaties, waarbij je de naklank
hebt van het verleden in het heden. Uitingsvormen zijn affectief, cognitief
en gedragsmatig.
Binnen de therapie wordt er gewerkt rond
thema's als seksualiteit en agressie naast behoefte zich verbonden, geliefd,
beschermd en gewaardeerd te voelen. Relaties en keuzes worden ondervraagd.
De psychoanalyse werkt met de overdracht (therapeutische relatie)
en met de vrije associatie (vertellen wat je te binnen valt). Belangrijk is dat er een zekere klik is met de
psychotherapeut, wat we de overdracht noemen. Op deze manier kan er een relatie van
vertrouwen en veiligheid groeien, waarbinnen er gesproken/gewerkt kan worden.
Indien nodig kan er doorverwezen worden naar een collega. Om contact te
krijgen met onbewuste zaken hanteert men binnen de psychoanalyse de regel van
de vrije associatie. Je vertelt wat er op dat moment je invalt, wat je
bezighoudt, waar je het moeilijk mee hebt. Dit spreken mag los staan van elke
vorm van logica, chronologie of zelfcensuur. Je kunt hierbij kiezen om
tegenover elkaar plaats te nemen (face à face opstelling) of om op de divan
te liggen, waarbij de psychotherapeut achter hem of haar gaat zitten, om de vrije associatie te bevorderen.
Opgelet: tijdens de coronapandemie wordt de divan niet gebruikt, gezien anderhalve meter afstand niet gerespecteerd kan worden.
Globaal genomen kunnen we verschillende fasen
onderscheiden binnen de psychotherapeutische begeleiding.
We maken een onderscheid tussen kortdurende psychoanalytische psychotherapie en langdurige psychoanalyse.
Bij kortdurende, steungevende psychoanalytische psychotherapie onderscheiden we zeven bespreekniveaus. Men start
met het bespreken hoe hij/zij omgaat met het psychisch lijden. Ten tweede
bespreekt men de levensomstandigheden die mogelijk van belang zijn (geweest)
voor het voortbestaan of ontstaan. Een volgend niveau is het mogelijk
erkennen van een relationeel probleem met een of meer personen. Hierna volgt
het inzicht dat het relationeel probleem past in een relationeel patroon.
Moeilijk hierbij is het zien van het eigen aandeel in het
probleem/patroon. Hierna kan men verder exploreren van in het heden
voortlevende relationele patronen uit het verleden. Tenslotte
verwerft men inzicht in de relatie met zichzelf.
De langdurige, duidende/interpretatieve psychotherapie voegt er nog een surplus
aan toe. Men herkent en houdt rekening met de overdracht. Men leert omgaan
met de overdrachtsneurose.
|
|
|
|